Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fundamental:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fundamental (Duits) in het Nederlands

fundamental:

fundamental bijvoeglijk naamwoord

  1. fundamental (essentiell)
    fundamenteel; wezenlijk
  2. fundamental (elementar; grundlegend; grundsätzlich; )
    elementair; basis
  3. fundamental (prinzipiell; grundlegend)
    in principe
  4. fundamental (untermauert; begründet; solide; fundiert; erdig)
    gefundeerd; onderbouwd

Vertaal Matrix voor fundamental:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basis Ausgangspunkt; Basis; Fundament; Fundierung; Fußboden; Grund; Grundbegriff; Grundgedanke; Grundlage; Grundlinie; Grundschicht; Keim; Prinzip; Unterbau; Unterlage
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elementair elementar; essentiell; fundamental; grundlegend; grundsätzlich; notwendig; wesentlich erforderlich; essentiell; notwendig; nötig; unentbehrlich; wesentlich; wichtig; zentral
fundamenteel essentiell; fundamental grundlegend; prinzipiell
gefundeerd begründet; erdig; fundamental; fundiert; solide; untermauert begründet; berechtigt; fundiert; plausibel; stichhaltig
wezenlijk essentiell; fundamental entscheidend; erforderlich; essentiell; notwendig; unentbehrlich; wesentlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basis elementar; essentiell; fundamental; grundlegend; grundsätzlich; notwendig; wesentlich
in principe fundamental; grundlegend; prinzipiell
onderbouwd begründet; erdig; fundamental; fundiert; solide; untermauert

Synoniemen voor "fundamental":


Wiktionary: fundamental

fundamental
adjective
  1. aan de basis staande

Cross Translation:
FromToVia
fundamental fundamenteel fundamental — pertaining to the foundation or basis; serving for the foundation