Duits
Uitgebreide vertaling voor glückselig (Duits) in het Nederlands
glückselig:
-
glückselig (fröhlich; gottselig; freudig; selig)
gelukzalig; zielsgelukkig; verrukt; zalig-
gelukzalig bijvoeglijk naamwoord
-
zielsgelukkig bijvoeglijk naamwoord
-
verrukt bijvoeglijk naamwoord
-
zalig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor glückselig:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| gelukzalig | freudig; fröhlich; glückselig; gottselig; selig | |
| verrukt | freudig; fröhlich; glückselig; gottselig; selig | |
| zalig | freudig; fröhlich; glückselig; gottselig; selig | auserlesen; ausgezeichnet; formidabel; glorreich; gottselig; göttlich; heilig; herrlich; hervorragend; himmlisch; köstlich; selig; verherrlicht; vortrefflich; vorzüglich; wonnig |
| zielsgelukkig | freudig; fröhlich; glückselig; gottselig; selig |