Duits

Uitgebreide vertaling voor glasig (Duits) in het Nederlands

glasig:

glasig bijvoeglijk naamwoord

  1. glasig (nichtssagend; leer; unwesentlich; ausdruckslos)
    leeg; wazig; nietszeggend; glazig; wezenloos; uitdrukkingsloos
  2. glasig (glasartig; gläsern; durchsichtig; glashell)
    glazig; glasachtig
  3. glasig (durchsichtig; transparent; durchscheinend; )
    transparant; doorschijnend; doorzichtig

Vertaal Matrix voor glasig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparant Transparent
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorschijnend durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
doorzichtig durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
glasachtig durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern
glazig ausdruckslos; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; leer; nichtssagend; unwesentlich
leeg ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich ausdruckslos; blanko; frei; geistlos; hohl; inhaltslos; ledig; leer; nichtssagend; offen; ohne Inhalt; unausgefüllt; unbesetzt
nietszeggend ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich bedeutungslos; gewöhnlich; hohl; inhaltslos; leer; nichtsbedeutend; nichtssagend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig
transparant durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent transparent
wazig ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich diesig; dunkel; dunstig; fahl; finster; flau; nebelhaft; nebelig; neblig; schattenhaft; trüb; trübe; unbestimmt; unklar; vage; verschwommen
wezenloos ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich ausdruckslos; leer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitdrukkingsloos ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich ausdruckslos; leer

Synoniemen voor "glasig":