Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grünlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor grünlich (Duits) in het Nederlands

grünlich:

grünlich bijvoeglijk naamwoord

  1. grünlich (grün; unreif)
    groen; groenkleurig; groengekleurd
  2. grünlich
    groenig; groenachtig

Vertaal Matrix voor grünlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groen grün; grünlich; unreif
groenachtig grünlich
groenig grünlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groengekleurd grün; grünlich; unreif
groenkleurig grün; grünlich; unreif

Wiktionary: grünlich

grünlich
adjective
  1. op groen lijkend
  2. de kleur van olijven hebbend

Cross Translation:
FromToVia
grünlich groenachtig greenish — somewhat green