Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal herbeibringen

Vertaal herbeibringen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. herbeibringen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor herbeibringen (Duits) in het Nederlands

herbeibringen:

herbeibringen werkwoord (bringe herbei, bringst herbei, bringt herbei, brachte herbei, brachtet herbei, herbeigebrahct)

  1. herbeibringen (mitbringen; bringen; mitnehmen; einbringen)
    meebrengen; brengen; langs brengen
    • meebrengen werkwoord (breng mee, brengt mee, bracht mee, brachten mee, meegebracht)
    • brengen werkwoord (breng, brengt, bracht, brachten, gebracht)
    • langs brengen werkwoord
  2. herbeibringen (distribuieren; verteilen; überreichen; )
    distribueren; verdelen; uitreiken; ronddelen
    • distribueren werkwoord (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)
    • verdelen werkwoord (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • uitreiken werkwoord (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • ronddelen werkwoord (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)

Conjugations for herbeibringen:

Präsens
  1. bringe herbei
  2. bringst herbei
  3. bringt herbei
  4. bringen herbei
  5. bringt herbei
  6. bringen herbei
Imperfekt
  1. brachte herbei
  2. brachtest herbei
  3. brachte herbei
  4. brachten herbei
  5. brachtet herbei
  6. brachten herbei
Perfekt
  1. habe herbeigebrahct
  2. hast herbeigebrahct
  3. hat herbeigebrahct
  4. haben herbeigebrahct
  5. habt herbeigebrahct
  6. haben herbeigebrahct
1. Konjunktiv [1]
  1. herbeibringe
  2. herbeibringest
  3. herbeibringe
  4. herbeibringen
  5. herbeibringet
  6. herbeibringen
2. Konjunktiv
  1. herbeibrächte
  2. herbeibrächtest
  3. herbeibrächte
  4. herbeibrächten
  5. herbeibrächtet
  6. herbeibrächten
Futur 1
  1. werde herbeibringen
  2. wirst herbeibringen
  3. wird herbeibringen
  4. werden herbeibringen
  5. werdet herbeibringen
  6. werden herbeibringen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde herbeibringen
  2. würdest herbeibringen
  3. würde herbeibringen
  4. würden herbeibringen
  5. würdet herbeibringen
  6. würden herbeibringen
Diverses
  1. bringe herbei!
  2. bringt herbei!
  3. bringen Sie herbei!
  5. herbeigebrahct
  6. herbeibringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor herbeibringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
langs brengen Mitnehmen; Vorbeibringen
meebrengen Mitnehmen; Vorbeibringen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brengen bringen; einbringen; herbeibringen; mitbringen; mitnehmen abgeben; abliefern; ausliefern; besorgen; bestellen; bringen; ins Haus liefern; ins Haus schicken; liefern; rundbringen; senden; zustellen
distribueren ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; rationieren; verteilen; zuteilen
langs brengen bringen; einbringen; herbeibringen; mitbringen; mitnehmen
meebrengen bringen; einbringen; herbeibringen; mitbringen; mitnehmen
ronddelen ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
uitreiken ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
verdelen ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; herumreichen; parzellieren; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen

Synoniemen voor "herbeibringen":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0211 seconde
Page rendered in 1.0 seconds