Duits
Uitgebreide vertaling voor herrschsüchtig (Duits) in het Nederlands
herrschsüchtig:
-
herrschsüchtig (herrisch; gebieterisch)
-
herrschsüchtig (herrisch; gebieterisch)
heerszuchtig-
heerszuchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
herrschsüchtig (unerbittlich; gnadenlos; hart; rücksichtslos; herrisch; hartherzig; unnachsichtig)
onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverbiddelijke-
onverbiddelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onvermurwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onverbiddelijke bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor herrschsüchtig:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| bazig | gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig | |
| heerszuchtig | gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig | |
| onverbiddelijk | gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; unerbittlich; unnachsichtig | dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; gnadenlos; starrköpfig; störrisch; trotzig; unerbittlich; unversöhnlich |
| onvermurwbaar | gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; unerbittlich; unnachsichtig | dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; gnadenlos; starrköpfig; streng; strikt; störrisch; trotzig; unerbittlich; unversöhnlich |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| onverbiddelijke | gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; unerbittlich; unnachsichtig | |
| overheersend | gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig |