Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal herumdrehen

Vertaal herumdrehen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. herumdrehen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor herumdrehen (Duits) in het Nederlands

herumdrehen:

herumdrehen werkwoord (drehe herum, drehst herum, dreht herum, drehte herum, drehtet herum, herumgedreht)

  1. herumdrehen (umdrehen; kehren; drehen; )
    keren; draaien; omdraaien; wenden
    • keren werkwoord (keer, keert, keerde, keerden, gekeerd)
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • omdraaien werkwoord (draai om, draait om, draaide om, draaiden om, omgedraaid)
    • wenden werkwoord (wend, wendt, wendde, wendden, gewend)
  2. herumdrehen (kreiseln; sich drehen; wirbeln; herumwirbeln)
    draaien; tollen; rondtollen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • tollen werkwoord (tol, tolt, tolde, tolden, getold)
    • rondtollen werkwoord (tol rond, tolt rond, tolde rond, tolden rond, rondgetold)
  3. herumdrehen (umdrehen; wenden; schwenken; )
    draaien; wenden; zwenken
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • wenden werkwoord (wend, wendt, wendde, wendden, gewend)
    • zwenken werkwoord (zwenk, zwenkt, zwenkte, zwenkten, gezwenkt)
  4. herumdrehen (sich wälzen; rollen; rotieren; )
    draaien; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
    • rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)
    • wentelen werkwoord (wentel, wentelt, wentelde, wentelden, gewenteld)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)
  5. herumdrehen (etwas umdrehen; verdrehen; umdrehen; )
    omkeren; iets omdraaien
  6. herumdrehen (wirbeln; drehen; winden; )
    draaien; kolken; ronddraaien
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • kolken werkwoord (kolk, kolkt, kolkte, kolkten, gekolkt)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
  7. herumdrehen (umdrehen)
    omwenden
    • omwenden werkwoord (wend om, wendt om, wendde om, wendden om, omgewend)
  8. herumdrehen
    omzwaaien
    • omzwaaien werkwoord (zwaai om, zwaait om, zwaaide om, zwaaiden om, omgezwaaid)
  9. herumdrehen (wenden; drehen; schwenken; umdrehen)
    draaien; wenden; keren
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • wenden werkwoord (wend, wendt, wendde, wendden, gewend)
    • keren werkwoord (keer, keert, keerde, keerden, gekeerd)
  10. herumdrehen (sich umdrehen; umdrehen; umkehren)
    zich omdraaien

Conjugations for herumdrehen:

Präsens
  1. drehe herum
  2. drehst herum
  3. dreht herum
  4. drehen herum
  5. dreht herum
  6. drehen herum
Imperfekt
  1. drehte herum
  2. drehtest herum
  3. drehte herum
  4. drehten herum
  5. drehtet herum
  6. drehten herum
Perfekt
  1. habe herumgedreht
  2. hast herumgedreht
  3. hat herumgedreht
  4. haben herumgedreht
  5. habt herumgedreht
  6. haben herumgedreht
1. Konjunktiv [1]
  1. herumdrehe
  2. herumdrehest
  3. herumdrehe
  4. herumdrehen
  5. herumdrehet
  6. herumdrehen
2. Konjunktiv
  1. herumdrehte
  2. herumdrehtest
  3. herumdrehte
  4. herumdrehten
  5. herumdrehtet
  6. herumdrehten
Futur 1
  1. werde herumdrehen
  2. wirst herumdrehen
  3. wird herumdrehen
  4. werden herumdrehen
  5. werdet herumdrehen
  6. werden herumdrehen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde herumdrehen
  2. würdest herumdrehen
  3. würde herumdrehen
  4. würden herumdrehen
  5. würdet herumdrehen
  6. würden herumdrehen
Diverses
  1. drehe
  2. dreht herum!
  3. drehen Sie herum!
  5. herumgedreht
  6. herumdrehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor herumdrehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien Drehen
zwenken Drehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien ausreden; drechseln; drehen; eindrehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; heucheln; kehren; kreiseln; kugeln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; rotieren; schwenken; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen; wenden; winden; wirbeln Zweifingerdrehung; rotieren
iets omdraaien etwas umdrehen; herumdrehen; herumschwenken; umdrehen; umkehren; umsetzen; umstellen; umwandeln; umwenden; verdrehen; verkehren; verwandeln
kantelen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen kanten; kentern; kippen; umfallen; umkippen
keren drehen; eindrehen; herumdrehen; kehren; kreiseln; schwenken; umdrehen; wenden kehren; umdrehen; umkehren
kolken ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; winden; wirbeln kreiseln; sich drehen; wirbeln
omdraaien drehen; eindrehen; herumdrehen; kehren; kreiseln; schwenken; umdrehen; wenden
omkeren etwas umdrehen; herumdrehen; herumschwenken; umdrehen; umkehren; umsetzen; umstellen; umwandeln; umwenden; verdrehen; verkehren; verwandeln kehren; umblättern; umdrehen; umkehren; umschlagen; umwenden
omwenden herumdrehen; umdrehen
omzwaaien herumdrehen
rollen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
ronddraaien ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; heucheln; kehren; kreiseln; kugeln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; rotieren; schwenken; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen; winden; wirbeln
rondtollen herumdrehen; herumwirbeln; kreiseln; sich drehen; wirbeln
roteren drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
tollen herumdrehen; herumwirbeln; kreiseln; sich drehen; wirbeln
wenden drehen; eindrehen; herumdrehen; kehren; kreiseln; schwenken; sich drehen; umdrehen; umkehren; wenden
wentelen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
zich omdraaien herumdrehen; sich umdrehen; umdrehen; umkehren
zwenken herumdrehen; kehren; schwenken; sich drehen; umdrehen; umkehren; wenden abdrehen; abschwenken; ausweichen; schlingern; schwenken; zur Seite gehen

Wiktionary: herumdrehen

herumdrehen
verb
  1. een cirkelvormige beweging maken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0341 seconde
Page rendered in 1.0 seconds