Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor in Brand stecken (Duits) in het Nederlands

in Brand stecken:

in Brand stecken werkwoord

  1. in Brand stecken (anstecken; anmachen; anzünden)
    aansteken; in de fik steken
    • aansteken werkwoord (steek aan, steekt aan, stak aan, staken aan, aangestoken)
    • in de fik steken werkwoord (steek in de fik, steekt in de fik, stak in de fik, staken in de fik, in de fik gestoken)
  2. in Brand stecken (eine Zigarette entzünden; anmachen; anzünden; aufrollen; anstecken)
    aansteken; opsteken; sigaret opsteken
    • aansteken werkwoord (steek aan, steekt aan, stak aan, staken aan, aangestoken)
    • opsteken werkwoord (steek op, steekt op, stak op, staken op, opgestoken)
    • sigaret opsteken werkwoord
  3. in Brand stecken (Feuer machen; anmachen; anzünden; anstecken)
    vuurmaken
    • vuurmaken werkwoord (maak vuur, maakt vuur, maakte vuur, maakten vuur, vuur gemaakt)

Vertaal Matrix voor in Brand stecken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansteken Ansteckung
opsteken Aufstecken; in die Höhe stecken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansteken anmachen; anstecken; anzünden; aufrollen; eine Zigarette entzünden; in Brand stecken anstecken; anzünden; entbrennen; entflammen; entzünden; infizieren; verseuchen
in de fik steken anmachen; anstecken; anzünden; in Brand stecken
opsteken anmachen; anstecken; anzünden; aufrollen; eine Zigarette entzünden; in Brand stecken Unterricht bekommen; aneignen; anlernen; einpauken; erlernen; lernen; studieren
sigaret opsteken anmachen; anstecken; anzünden; aufrollen; eine Zigarette entzünden; in Brand stecken
vuurmaken Feuer machen; anmachen; anstecken; anzünden; in Brand stecken


Verwante vertalingen van in Brand stecken