Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. irritieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor irritieren (Duits) in het Nederlands

irritieren:

irritieren werkwoord (irritiere, irritierst, irritiert, irritierte, irritiertet, irritiert)

  1. irritieren (auf die Nerven gehen; ärgern; stören; )
    irriteren; op de zenuwen werken; vervelen
    • irriteren werkwoord (irriteer, irriteert, irriteerde, irriteerden, geïrriteerd)
    • vervelen werkwoord (verveel, verveelt, verveelde, verveelden, verveeld)
    ergeren
    – iets doen wat hij vervelend vindt 1
    • ergeren werkwoord (erger, ergert, ergerde, ergerden, geërgerd)
      • ik erger hem met die muziek1

Conjugations for irritieren:

Präsens
  1. irritiere
  2. irritierst
  3. irritiert
  4. irritieren
  5. irritiert
  6. irritieren
Imperfekt
  1. irritierte
  2. irritiertest
  3. irritierte
  4. irritierten
  5. irritiertet
  6. irritierten
Perfekt
  1. habe irritiert
  2. hast irritiert
  3. hat irritiert
  4. haben irritiert
  5. habt irritiert
  6. haben irritiert
1. Konjunktiv [1]
  1. irritiere
  2. irritierest
  3. irritiere
  4. irritieren
  5. irritieret
  6. irritieren
2. Konjunktiv
  1. irritierte
  2. irritiertest
  3. irritierte
  4. irritierten
  5. irritiertet
  6. irritierten
Futur 1
  1. werde irritieren
  2. wirst irritieren
  3. wird irritieren
  4. werden irritieren
  5. werdet irritieren
  6. werden irritieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde irritieren
  2. würdest irritieren
  3. würde irritieren
  4. würden irritieren
  5. würdet irritieren
  6. würden irritieren
Diverses
  1. irritiere!
  2. irritiert!
  3. irritieren Sie!
  4. irritiert
  5. irritierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor irritieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ergeren auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern
irriteren auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern
op de zenuwen werken auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern
vervelen auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern langweilen

Synoniemen voor "irritieren":


Wiktionary: irritieren

irritieren
verb
  1. op onaangename wijze prikkelen