Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. jemandem schaden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor jemandem schaden (Duits) in het Nederlands

jemandem schaden:

jemandem schaden werkwoord

  1. jemandem schaden (beeinträchtigen; schwächen)
    schaden; benadelen; afbreuk doen aan
    • schaden werkwoord (schaad, schaadt, schaadde, schaadden, geschaad)
    • benadelen werkwoord (benadeel, benadeelt, benadeelde, benadeelden, benadeeld)
    • afbreuk doen aan werkwoord (doe afbreuk aan, doet afbreuk aan, deed afbreuk aan, deden afbreuk aan, afbreuk gedaan aan)

Vertaal Matrix voor jemandem schaden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbreuk doen aan beeinträchtigen; jemandem schaden; schwächen
benadelen beeinträchtigen; jemandem schaden; schwächen anschlagen; behindern; benachteiligen; beschädigen; düpieren; enttäuschen; ernüchtern; frustrieren; kränken; schaden; schädigen; verletzen
schaden beeinträchtigen; jemandem schaden; schwächen anschlagen; behindern; benachteiligen; beschädigen; düpieren; kränken; schaden; schädigen; verletzen; verwunden

Verwante vertalingen van jemandem schaden