Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kommen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kommen (Duits) in het Nederlands

kommen:

kommen werkwoord (komme, kommst, kommt, kam, kamt, gekommen)

  1. kommen (hingeraten; geraten)
    terechtkomen; geraken; verzeilen; belanden
    • terechtkomen werkwoord (kom terecht, komt terecht, kwam terecht, kwamen terecht, terechtgekomen)
    • geraken werkwoord (geraak, geraakt, geraakte, geraakten, geraakt)
    • verzeilen werkwoord
    • belanden werkwoord (beland, belandt, belandde, belandden, beland)
  2. kommen (erreichen; geraten; eintreffen; )
    terecht komen; geraken
  3. kommen
    komen
    • komen werkwoord (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)

Conjugations for kommen:

Präsens
  1. komme
  2. kommst
  3. kommt
  4. kommen
  5. kommt
  6. kommen
Imperfekt
  1. kam
  2. kamst
  3. kam
  4. kamen
  5. kamt
  6. kamen
Perfekt
  1. bin gekommen
  2. bist gekommen
  3. ist gekommen
  4. sind gekommen
  5. seid gekommen
  6. sind gekommen
1. Konjunktiv [1]
  1. komme
  2. kommest
  3. komme
  4. kommen
  5. kommet
  6. kommen
2. Konjunktiv
  1. käme
  2. kämst
  3. käm
  4. kämen
  5. kämt
  6. kämen
Futur 1
  1. werde kommen
  2. wirst kommen
  3. wird kommen
  4. werden kommen
  5. werdet kommen
  6. werden kommen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde kommen
  2. würdest kommen
  3. würde kommen
  4. würden kommen
  5. würdet kommen
  6. würden kommen
Diverses
  1. komm!
  2. kommt!
  3. kommen Sie!
  4. gekommen
  5. kommend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor kommen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komen Ankommen; Arrivieren
terechtkomen Fallen; Stürzen; während der Landung aufsetzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belanden geraten; hingeraten; kommen
geraken angelangen; aufschlagen; eintreffen; erreichen; geraten; hingeraten; kommen
komen kommen
terecht komen angelangen; aufschlagen; eintreffen; erreichen; geraten; hingeraten; kommen
terechtkomen geraten; hingeraten; kommen an Land gehen; anlegen; enden; herabsteigen; hingelangen; hingeraten; hinkommen; hinunterkommen; zurechtkommen
verzeilen geraten; hingeraten; kommen

Synoniemen voor "kommen":


Wiktionary: kommen

kommen
verb
  1. bewegen van verder weg naar dichterbij

Cross Translation:
FromToVia
kommen arriveren; aankomen; bereiken arrive — to reach
kommen komen come — to move from further away to nearer to
kommen klaarkomen come — to orgasm
kommen komen; klaarkomen cum — slang: have an orgasm; ejaculate
kommen bijstand verlenen succor — to give such assistance
kommen komen venir — Traductions de venir

Verwante vertalingen van kommen