Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. modellieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor modellieren (Duits) in het Nederlands

modellieren:

modellieren werkwoord (modelliere, modellierst, modelliert, modellierte, modelliertet, modelliert)

  1. modellieren (gestalten; formen; kneten)
    vormen; vorm geven; modelleren; boetseren
    • vormen werkwoord (vorm, vormt, vormde, vormden, gevormd)
    • vorm geven werkwoord
    • modelleren werkwoord (modelleer, modelleert, modelleerde, modelleerden, gemodelleerd)
    • boetseren werkwoord (boetseer, boetseert, boetseerde, boetseerden, geboetseerd)
  2. modellieren (formen; kneten; bilden; )
    vervaardigen; kneden; vormen; modelleren; maken
    • vervaardigen werkwoord
    • kneden werkwoord (kneed, kneedt, kneedde, kneedden, gekneed)
    • vormen werkwoord (vorm, vormt, vormde, vormden, gevormd)
    • modelleren werkwoord (modelleer, modelleert, modelleerde, modelleerden, gemodelleerd)
    • maken werkwoord (maak, maakt, maakte, maakten, gemaakt)

Conjugations for modellieren:

Präsens
  1. modelliere
  2. modellierst
  3. modelliert
  4. modellieren
  5. modelliert
  6. modellieren
Imperfekt
  1. modellierte
  2. modelliertest
  3. modellierte
  4. modellierten
  5. modelliertet
  6. modellierten
Perfekt
  1. habe modelliert
  2. hast modelliert
  3. hat modelliert
  4. haben modelliert
  5. habt modelliert
  6. haben modelliert
1. Konjunktiv [1]
  1. modelliere
  2. modellierest
  3. modelliere
  4. modellieren
  5. modellieret
  6. modellieren
2. Konjunktiv
  1. modellierte
  2. modelliertest
  3. modellierte
  4. modellierten
  5. modelliertet
  6. modellierten
Futur 1
  1. werde modellieren
  2. wirst modellieren
  3. wird modellieren
  4. werden modellieren
  5. werdet modellieren
  6. werden modellieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde modellieren
  2. würdest modellieren
  3. würde modellieren
  4. würden modellieren
  5. würdet modellieren
  6. würden modellieren
Diverses
  1. modellier!
  2. modelliert!
  3. modellieren Sie!
  4. modelliert
  5. modellierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor modellieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maken Anfertigen; Anfertigung; Erzeugung; Herstellen; Herstellung; Kreieren; Verfertigung
vervaardigen Anfertigen; Herstellen
vormen Entwickeln; Kultivieren; Zivilisieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boetseren formen; gestalten; kneten; modellieren
kneden bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren
maken bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren anfertigen; ausbessern; bilden; deichseln; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erneuern; erschaffen; erstellen; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; fixen; flicken; formen; gestalten; gutmachen; herstellen; hervorbringen; hinkriegen; innovieren; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; montieren; produzieren; reparieren; restaurieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfassen; verfertigen; vorbringen; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen; zeugen
modelleren bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren
vervaardigen bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren anfertigen; entwickeln; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; herstellen; machen; produzieren; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen
vorm geven formen; gestalten; kneten; modellieren
vormen bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren Form geben an; erziehen; formen; gestalt geben an; gestalten; großbringen

Synoniemen voor "modellieren":


Wiktionary: modellieren


Cross Translation:
FromToVia
modellieren modelleren model — use as a model
modellieren modelleren model — make a miniature model
modellieren modelleren model — create from a substance