Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nachschenken:


Duits

Uitgebreide vertaling voor nachschenken (Duits) in het Nederlands

nachschenken:

nachschenken werkwoord

  1. nachschenken (einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen)
    bijgieten; serveren; inschenken; tappen; intappen; schenken
    • bijgieten werkwoord (giet bij, goot bij, goten bij, bijgegoten)
    • serveren werkwoord (serveer, serveert, serveerde, serveerden, geserveerd)
    • inschenken werkwoord (schenk in, schenkt in, schonk in, schonken in, ingeschonken)
    • tappen werkwoord (tap, tapt, tapte, tapten, getapt)
    • intappen werkwoord
    • schenken werkwoord (schenk, schenkt, schonk, schonken, geschonken)

Vertaal Matrix voor nachschenken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inschenken Einschenken
serveren Auftragen; Servieren
tappen Abfüllung; Abzapfen; Kräne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijgieten einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken
inschenken einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken
intappen einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken
schenken einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken ausgießen; ausschütten; ausstellen; austeilen; austragen; begünstigen; besorgen; bevorrechten; bevorzugen; donieren; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; schenken; schütten; senden; spenden; stiften; stürzen; verehren; verschenken; weggeben; zustellen
serveren einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken bedienen
tappen einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken abnehmen; abzapfen; zapfen