Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal reiten

Vertaal reiten van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

reiten:
- paardrijden; berijden
Wiktionary:
- reiten → paardrijden, rijden
- reiten → rijden

Duits

Uitgebreide vertaling voor reiten (Duits) in het Nederlands

reiten:

reiten werkwoord (reite, reitest, reitet, ritt, rittet, geritten)

reiten (Pferdreiten)
paardrijden
- paardrijden werkwoord (rijd paard, rijdt paard, reed paard, reden paard, paard gereden)
reiten
berijden
- berijden werkwoord (berijd, berijdt, bereed, bereden, bereden)

Conjugations for reiten:

Präsens

reite
reitest
reitet
reiten
reitet
reiten

Imperfekt

ritt
rittest
ritt
ritten
rittet
ritten

Perfekt

habe geritten
hast geritten
hat geritten
haben geritten
habt geritten
haben geritten

1. Konjunktiv [1]

reite
reitest
reite
reiten
reitet
reiten

2. Konjunktiv

ritte
rittest
ritte
ritten
rittet
ritten

Futur 1

werde reiten
wirst reiten
wird reiten
werden reiten
werdet reiten
werden reiten

1. Konjunktiv [2]

würde reiten
würdest reiten
würde reiten
würden reiten
würdet reiten
würden reiten

Diverses

reit!
reitt!
reiten Sie!
geritten
reitend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor reiten:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
berijden	reiten
paardrijden	Pferdreiten; reiten

Synoniemen voor "reiten":

besteigen; rittlings sitzen
galoppieren; traben

Wiktionary: reiten

reiten

verb

(intransitiv) Hilfsverb „sein“, seltener „haben“: sich auf dem Rücken eines Reittieres (besonders eines Pferdes) befinden und sich mit dessen Hilfe fortbewegen
- reiten → paardrijden; rijden

reiten

verb

zich voortbewegen op een rijdier (bijv. een paard)
- rijden → reiten

Cross Translation:

From	To	Via
• reiten	→ rijden	↔ ride — to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.
• reiten	→ rijden	↔ chevaucher — Aller à cheval