Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal schmecken

Vertaal schmecken van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. schmecken:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor schmecken (Duits) in het Nederlands

schmecken:

schmecken werkwoord (schmecke, schmeckst, schmeckt, schmeckte, schmecktet, geschmeckt)

  1. schmecken (prüfen)
    smaken; proeven
    • smaken werkwoord (smaak, smaakt, smaakte, smaakten, gesmaakt)
    • proeven werkwoord (proef, proeft, proefde, proefden, geproefd)
  2. schmecken (geschikt sein; passen; gefallen; taugen; konvenieren)
    conveniëren; geschikt zijn; uitkomen; passen; deugen; passend zijn
    • conveniëren werkwoord (convenieer, convenieert, convenieerde, convenieerden, geconvenieerd)
    • geschikt zijn werkwoord (ben geschikt, bent geschikt, is geschikt, was geschikt, waren geschikt, geschikt geweest)
    • uitkomen werkwoord (kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)
    • passen werkwoord (pas, past, paste, pasten, gepast)
    • deugen werkwoord (deug, deugt, deugde, deugden, gedeugd)
    • passend zijn werkwoord (ben passend, bent passend, is passend, was passend, waren passend, passend geweest)
  3. schmecken (in Wirkung sein; gefallen; passen)
    aanstaan; in werking zijn
    • aanstaan werkwoord (sta aan, staat aan, stond aan, stonden aan, aangestaan)
    • in werking zijn werkwoord (ben in werking, bent in werking, is in werking, was in werking, waren in werking, in werking geweest)

Conjugations for schmecken:

Präsens
  1. schmecke
  2. schmeckst
  3. schmeckt
  4. schmecken
  5. schmeckt
  6. schmecken
Imperfekt
  1. schmeckte
  2. schmecktest
  3. schmeckte
  4. schmeckten
  5. schmecktet
  6. schmeckten
Perfekt
  1. habe geschmeckt
  2. hast geschmeckt
  3. hat geschmeckt
  4. haben geschmeckt
  5. habt geschmeckt
  6. haben geschmeckt
1. Konjunktiv [1]
  1. schmecke
  2. schmeckest
  3. schmecke
  4. schmecken
  5. schmecket
  6. schmecken
2. Konjunktiv
  1. schmeckte
  2. schmecktest
  3. schmeckte
  4. schmeckten
  5. schmecktet
  6. schmeckten
Futur 1
  1. werde schmecken
  2. wirst schmecken
  3. wird schmecken
  4. werden schmecken
  5. werdet schmecken
  6. werden schmecken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schmecken
  2. würdest schmecken
  3. würde schmecken
  4. würden schmecken
  5. würdet schmecken
  6. würden schmecken
Diverses
  1. schmeck!
  2. schmeckt!
  3. schmecken Sie!
  5. geschmeckt
  6. schmeckend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schmecken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passen Anprobieren; Fußstapfen; Schritte; Tritte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstaan gefallen; in Wirkung sein; passen; schmecken amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; passen; unterhalten
conveniëren gefallen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen gefallen; gelegen kommen; gelegenkommen; konvenieren; passen; rundkommen
deugen gefallen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen
geschikt zijn gefallen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen
in werking zijn gefallen; in Wirkung sein; passen; schmecken
passen gefallen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen abgepaßt; abpassen; abzählen; anpassen; anprobieren; ausprobieren; einfügen; gelegen kommen; geziemen; konvenieren; passen; probieren; rundkommen; schicken; zählen
passend zijn gefallen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen
proeven prüfen; schmecken prüfen; testen
smaken prüfen; schmecken
uitkomen gefallen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen ans Licht kommen; aufkommen; auskommen; auswirken; eintreffen; entdeckt werden; entspringen; entstehen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gelegen kommen; gipfeln; herauskommen; hervorgehen; konvenieren; passen; rundkommen; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; vorkommen; zur Folge haben
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkomen herauskommen; herausströmen

Synoniemen voor "schmecken":


Wiktionary: schmecken

schmecken
verb
  1. smaak waarnemen
Cross Translation:
FromToVia
• schmecken → smaken ↔ taste — to have a taste
• schmecken → smaken ↔ gouter — Exercer le sens du gout sur ce qui a de la saveur.
• schmecken → smaken ↔ goûter — exercer le sens du goût sur ce qui a de la saveur.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0458 seconde
Page rendered in 1.0 seconds