Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sich abkühlen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sich abkühlen (Duits) in het Nederlands

sich abkühlen:

sich abkühlen werkwoord

  1. sich abkühlen (sich beruhigen; sich fassen)
    tot bedaren komen; uitwoeden; wegsterven; verflauwen; luwen
    • tot bedaren komen werkwoord
    • uitwoeden werkwoord (woed uit, woedt uit, woedde uit, woedden uit, uitgewoed)
    • wegsterven werkwoord (sterf weg, sterft weg, stierf weg, stierven weg, weggestorven)
    • verflauwen werkwoord (verflauw, verflauwt, verflauwde, verflauwden, verflauwd)
    • luwen werkwoord (luw, luwt, luwde, luwden, geluwd)

Vertaal Matrix voor sich abkühlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wegsterven Absterben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
luwen sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen
tot bedaren komen sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen
uitwoeden sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen ablaufen; austoben; auswittern
verflauwen sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; verblassen; verflauen; verschießen
wegsterven sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen

Verwante vertalingen van sich abkühlen