Duits

Uitgebreide vertaling voor tonangebend (Duits) in het Nederlands

tonangebend:

tonangebend bijvoeglijk naamwoord

  1. tonangebend (anführend; leitend; führend)
    leidend; eerste; aanvoerend
  2. tonangebend (voranstehende; maßgebend; leitend)
    toonaangevend; dominant; vooraanstaande; maatgevend; gezaghebbend
  3. tonangebend (vor allen; führend; davor; leitend)
    voorop; vooraan; leidend; voorin

Vertaal Matrix voor tonangebend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eerste erster
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dominant leitend; maßgebend; tonangebend; voranstehende
gezaghebbend leitend; maßgebend; tonangebend; voranstehende maßgebend
maatgevend leitend; maßgebend; tonangebend; voranstehende
toonaangevend leitend; maßgebend; tonangebend; voranstehende Ton angebend; führend; maßgebend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vooraan davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen vorneweg
voorin davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen
voorop davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorop vorauf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoerend anführend; führend; leitend; tonangebend
eerste anführend; führend; leitend; tonangebend erste; erster; erstes
leidend anführend; davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen führend; leitend
vooraanstaande leitend; maßgebend; tonangebend; voranstehende bedeutend; herausragend; hochstehend; prominent

Synoniemen voor "tonangebend":