Duits
Uitgebreide vertaling voor unwiederbringlich (Duits) in het Nederlands
unwiederbringlich:
-
unwiederbringlich (endgültig; definitiv; permanent; unumstößlich; unwiderruflich)
vastgesteld; definitief; vaststaand; permanent-
vastgesteld bijvoeglijk naamwoord
-
definitief bijvoeglijk naamwoord
-
vaststaand bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
-
unwiederbringlich (für immer; definitiv; endgültig; ewig; unwiderruflich; unumstößlich; auf immer)
voorgoed; definitief; onverandelijk; permanent-
voorgoed bijwoord
-
definitief bijvoeglijk naamwoord
-
onverandelijk bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
-
unwiederbringlich (unersetzlich; endgültig; unheilbar; irreparabel; unwiderruflich; unvermeidlich; unumstößlich; rettungslos)
-
unwiederbringlich (unwiderruflich; entschieden; endgültig; einwandfrei; eindeutig; handfest; unvermeidlich; sprechend; unumstößlich; unwiderlegbar; unwiderleglich)
onweerlegbaar; vast en zeker-
onweerlegbaar bijvoeglijk naamwoord
-
vast en zeker bijvoeglijk naamwoord
-