Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verpfuschen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verpfuschen (Duits) in het Nederlands

verpfuschen:

verpfuschen werkwoord (verpfusche, verpfuscht, verpfuschte, verpfuschtet, verpfuscht)

  1. verpfuschen (vertun)
    verprutsen
    • verprutsen werkwoord (verpruts, verprutst, verprutste, verprutsten, verprutst)
  2. verpfuschen (vergällen; verderben; vermasseln; verhunzen; vermurksen)
    bederven; verpesten; vergallen; verknoeien
    • bederven werkwoord (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • verpesten werkwoord (verpest, verpestte, verpestten, verpest)
    • vergallen werkwoord (vergal, vergalt, vergalde, vergalden, vergald)
    • verknoeien werkwoord (verknoei, verknoeit, verknoeide, verknoeiden, verknoeid)
  3. verpfuschen (vertun; verschwenden; verderben; )
    verspillen; verdoen
    • verspillen werkwoord (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
    • verdoen werkwoord (verdoe, verdoet, verdeed, verdeden, verdaan)
  4. verpfuschen
    verhaspelen
    • verhaspelen werkwoord (verhaspel, verhaspelt, verhaspelde, verhaspelden, verhaspeld)

Conjugations for verpfuschen:

Präsens
  1. verpfusche
  2. verpfuscht
  3. verpfuscht
  4. verpfuschen
  5. verpfuscht
  6. verpfuschen
Imperfekt
  1. verpfuschte
  2. verpfuschtest
  3. verpfuschte
  4. verpfuschten
  5. verpfuschtet
  6. verpfuschten
Perfekt
  1. habe verpfuscht
  2. hast verpfuscht
  3. hat verpfuscht
  4. haben verpfuscht
  5. habt verpfuscht
  6. haben verpfuscht
1. Konjunktiv [1]
  1. verpfusche
  2. verpfuschest
  3. verpfusche
  4. verpfuschen
  5. verpfuschet
  6. verpfuschen
2. Konjunktiv
  1. verpfuschete
  2. verpfuschetest
  3. verpfuschete
  4. verpfuscheten
  5. verpfuschetet
  6. verpfuscheten
Futur 1
  1. werde verpfuschen
  2. wirst verpfuschen
  3. wird verpfuschen
  4. werden verpfuschen
  5. werdet verpfuschen
  6. werden verpfuschen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verpfuschen
  2. würdest verpfuschen
  3. würde verpfuschen
  4. würden verpfuschen
  5. würdet verpfuschen
  6. würden verpfuschen
Diverses
  1. verpfusch!
  2. verpfuscht!
  3. verpfuschen Sie!
  4. verpfuscht
  5. verpfuschend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verpfuschen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven verderben; vergällen; verhunzen; vermasseln; vermurksen; verpfuschen abfaulen; abnehmen; beeinträchtigen; beschädigen; entzweireißen; faulen; fertigmachen; ruinieren; verderben; verfaulen; verkommen; verpesten; verseuchen; wegfaulen; zerbrechen; zerschlagen; zerstören; zertrümmern; zurückgehen; zurücklaufen
verdoen verderben; vergeuden; vergießen; verhunzen; verkrümeln; vermasseln; vermurksen; verpfuschen; verschwenden; vertun
vergallen verderben; vergällen; verhunzen; vermasseln; vermurksen; verpfuschen
verhaspelen verpfuschen
verknoeien verderben; vergällen; verhunzen; vermasseln; vermurksen; verpfuschen bummeln; verderben; vergeuden; vergiften; vergällen; verleiden; verpesten; verseuchen; vertrödeln; vertun
verpesten verderben; vergällen; verhunzen; vermasseln; vermurksen; verpfuschen anstecken; etwas beschädigen; infizieren; verderben; vergiften; verpesten; verseuchen
verprutsen verpfuschen; vertun
verspillen verderben; vergeuden; vergießen; verhunzen; verkrümeln; vermasseln; vermurksen; verpfuschen; verschwenden; vertun vergeuden; verhunzen; verprassen; verschwenden; vertun; wegschmeißen

Synoniemen voor "verpfuschen":


Wiktionary: verpfuschen


Cross Translation:
FromToVia
verpfuschen verprutsen botch — to perform (a task) in an unacceptable or incompetent manner