Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal verstärkt

Vertaal verstärkt van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verstärkt:
  2. verstärken:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verstärkt (Duits) in het Nederlands

verstärkt:

verstärkt bijvoeglijk naamwoord

  1. verstärkt (gehärtet)
    verstevigd

Vertaal Matrix voor verstärkt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verstevigd gehärtet; verstärkt

Synoniemen voor "verstärkt":


Wiktionary: verstärkt

Cross Translation:
FromToVia
• verstärkt → benadrukt; vermeerderd; versterkt ↔ enhanced — improved

verstärken:

verstärken werkwoord (verstärke, verstärkst, verstärkt, verstärkte, verstärktet, verstärkt)

  1. verstärken (intensivieren; stärken; verschärfen)
    versterken; intensiveren; aanscherpen; toespitsen; verhevigen
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • intensiveren werkwoord (intensiveer, intensiveert, intensiveerde, intensiveerden, geïntensiveerd)
    • aanscherpen werkwoord
    • toespitsen werkwoord (spits toe, spitst toe, spitste toe, spitsten toe, toegespitst)
    • verhevigen werkwoord (verhevig, verhevigt, verhevigde, verhevigden, verhevigd)
  2. verstärken (bekräftigen)
    versterken; sterker worden; sterken
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • sterker worden werkwoord (word sterker, wordt sterker, werd sterker, werden sterker, sterker geworden)
    • sterken werkwoord (sterk, sterkt, sterkte, sterkten, gesterkt)
  3. verstärken (konsolidieren; bestärken)
    consolideren; verstevigen
    • consolideren werkwoord (consolideer, consolideert, consolideerde, consolideerden, geconsolideerd)
    • verstevigen werkwoord (verstevig, verstevigt, verstevigde, verstevigden, verstevigd)
  4. verstärken
    sterker maken
    • sterker maken werkwoord (maak sterker, maakt sterker, maakte sterker, maakten sterker, sterker gemaakt)
  5. verstärken (Schwerer machen; beschweren; erschweren; )
    bezwaren; zwaarder maken; verzwaren; gewicht toevoegen

Conjugations for verstärken:

Präsens
  1. verstärke
  2. verstärkst
  3. verstärkt
  4. verstärken
  5. verstärkt
  6. verstärken
Imperfekt
  1. verstärkte
  2. verstärktest
  3. verstärkte
  4. verstärkten
  5. verstärktet
  6. verstärkten
Perfekt
  1. habe verstärkt
  2. hast verstärkt
  3. hat verstärkt
  4. haben verstärkt
  5. habt verstärkt
  6. haben verstärkt
1. Konjunktiv [1]
  1. verstärke
  2. verstärkest
  3. verstärke
  4. verstärken
  5. verstärket
  6. verstärken
2. Konjunktiv
  1. verstärkte
  2. verstärktest
  3. verstärkte
  4. verstärkten
  5. verstärktet
  6. verstärkten
Futur 1
  1. werde verstärken
  2. wirst verstärken
  3. wird verstärken
  4. werden verstärken
  5. werdet verstärken
  6. werden verstärken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verstärken
  2. würdest verstärken
  3. würde verstärken
  4. würden verstärken
  5. würdet verstärken
  6. würden verstärken
Diverses
  1. verstärk!
  2. verstärkt!
  3. verstärken Sie!
  5. verstärkt
  6. verstärkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verstärken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanscherpen intensivieren; stärken; verschärfen; verstärken anschärfen; anspitzen
bezwaren Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken beanstanden; beauftragen; beschweren; klagen; reklamieren; sich beschweren
consolideren bestärken; konsolidieren; verstärken
gewicht toevoegen Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken
intensiveren intensivieren; stärken; verschärfen; verstärken
sterken bekräftigen; verstärken sein Heil suchen in; sein Ziel finden in; sich getrösten mit
sterker maken verstärken
sterker worden bekräftigen; verstärken
toespitsen intensivieren; stärken; verschärfen; verstärken
verhevigen intensivieren; stärken; verschärfen; verstärken
versterken bekräftigen; intensivieren; stärken; verschärfen; verstärken
verstevigen bestärken; konsolidieren; verstärken
verzwaren Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken schwerer machen
zwaarder maken Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken erschweren; schwerer machen

Synoniemen voor "verstärken":


Wiktionary: verstärken

verstärken
verb
  1. hechter maken
  2. heviger worden
  3. sterker maken
  4. het aantal vergroten
  5. beter bestand maken tegen aanvallen
Cross Translation:
FromToVia
• verstärken → stutten; ondersteunen ↔ buttress — support something physically with, or as if with, a buttress
• verstärken → versterken; vergroten; verhogen ↔ reinforce — to strengthen by addition
• verstärken → versterken ↔ strengthen — to make strong or stronger
• verstärken → kracht geven ↔ strengthen — to augment
• verstärken → wapenen; bewapenen ↔ armer — Traductions à trier suivant le sens







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0543 seconde
Page rendered in 1.0 seconds