Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verteidigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verteidigen (Duits) in het Nederlands

verteidigen:

verteidigen werkwoord (verteidige, verteidigst, verteidigt, verteidigte, verteidigtet, verteidigt)

  1. verteidigen
    verdedigen; verweren; afweren; weren
    • verdedigen werkwoord (verdedig, verdedigt, verdedigde, verdedigden, verdedigd)
    • verweren werkwoord (verweer, verweert, verweerde, verweerden, verweerd)
    • afweren werkwoord (weer af, weert af, weerde af, weerden af, afgeweerd)
    • weren werkwoord (weer, weert, weerde, weerden, geweerd)
  2. verteidigen (plädieren; befürworten; verfechten)
    pleiten; bepleiten
    • pleiten werkwoord (pleit, pleitte, pleitten, gepleit)
    • bepleiten werkwoord (bepleit, bepleitte, bepleitten, bepleit)

Conjugations for verteidigen:

Präsens
  1. verteidige
  2. verteidigst
  3. verteidigt
  4. verteidigen
  5. verteidigt
  6. verteidigen
Imperfekt
  1. verteidigte
  2. verteidigtest
  3. verteidigte
  4. verteidigten
  5. verteidigtet
  6. verteidigten
Perfekt
  1. habe verteidigt
  2. hast verteidigt
  3. hat verteidigt
  4. haben verteidigt
  5. habt verteidigt
  6. haben verteidigt
1. Konjunktiv [1]
  1. verteidige
  2. verteidigest
  3. verteidige
  4. verteidigen
  5. verteidiget
  6. verteidigen
2. Konjunktiv
  1. verteidigte
  2. verteidigtest
  3. verteidigte
  4. verteidigten
  5. verteidigtet
  6. verteidigten
Futur 1
  1. werde verteidigen
  2. wirst verteidigen
  3. wird verteidigen
  4. werden verteidigen
  5. werdet verteidigen
  6. werden verteidigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verteidigen
  2. würdest verteidigen
  3. würde verteidigen
  4. würden verteidigen
  5. würdet verteidigen
  6. würden verteidigen
Diverses
  1. verteidig!
  2. verteidigt!
  3. verteidigen Sie!
  4. verteidigt
  5. verteigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verteidigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afweren Abwehren; Verteidigen; Wehren
verdedigen Abwehren; Verteidigen; Wehren
verweren Abnutzung; Abwehren; Erosion; Verteidigen; Wehren
weren Abwehren; Verteidigen; Wehren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afweren verteidigen abhalten; abwehren
bepleiten befürworten; plädieren; verfechten; verteidigen
pleiten befürworten; plädieren; verfechten; verteidigen
verdedigen verteidigen behüten; schutzen
verweren verteidigen ablehnen; abschlagen; abweisen; verweigern; zurückweisen
weren verteidigen abhalten; abwehren; sich wehren; wehren

Synoniemen voor "verteidigen":


Wiktionary: verteidigen

verteidigen
verb
  1. beschermen tegen een aanval
  2. door pleiten vrijspraak verwerven voor iemand, door pleiten de onschuld aantonen van iemand, door pleiten verdedigen

Cross Translation:
FromToVia
verteidigen bepleiten advocate — argue for
verteidigen aanbevelen advocate — encourage support for
verteidigen opkomen voor; verdedigen; verweren défendreprotéger une personne contre une attaque.
verteidigen bepleiten; verdedigen; aanbevelen préconiser — rare|fr louer publiquement, vanter, prôner.

Verwante vertalingen van verteidigen