Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vorsichtig sein:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vorsichtig sein (Duits) in het Nederlands

vorsichtig sein:

vorsichtig sein werkwoord

  1. vorsichtig sein (aufpassen; hüten; sich hüten vor; achtgeben)
    oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn
    • oppassen werkwoord (pas op, past op, paste op, pasten op, opgepast)
    • uitkijken werkwoord (kijk uit, kijkt uit, keek uit, keken uit, uitgekeken)
    • voorzichtig zijn werkwoord

Vertaal Matrix voor vorsichtig sein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oppassen Achtgeben; Aufmerksamkeit
uitkijken Achtgeben; Aufmerksamkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oppassen achtgeben; aufpassen; hüten; sich hüten vor; vorsichtig sein achtgeben auf; aufpassen; hüten
uitkijken achtgeben; aufpassen; hüten; sich hüten vor; vorsichtig sein auf die Gefahr aufpassen; ausschauen; aussehen nach; ausspähen; sich vor Gefahr in acht nehmen; spähen
voorzichtig zijn achtgeben; aufpassen; hüten; sich hüten vor; vorsichtig sein

Synoniemen voor "vorsichtig sein":


Wiktionary: vorsichtig sein

vorsichtig sein
verb
  1. voorzichtig zijn

Verwante vertalingen van vorsichtig sein