Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vorwärtstreiben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vorwärtstreiben (Duits) in het Nederlands

vorwärtstreiben:

vorwärtstreiben werkwoord

  1. vorwärtstreiben (forttreiben; antreiben; drängen; vor sich hertreiben)
    voortstuwen; vooruitduwen; stuwen
    • voortstuwen werkwoord (stuw voort, stuwt voort, stuwde voort, stuwden voort, voortgestuwd)
    • vooruitduwen werkwoord
    • stuwen werkwoord (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)
  2. vorwärtstreiben (einflüstern; raten; vorschlagen; )
    ingeven; influisteren; souffleren
    • ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • influisteren werkwoord (fluister in, fluistert in, fluisterde in, fluisterden in, ingefluisterd)
    • souffleren werkwoord (souffleer, souffleert, souffleerde, souffleerden, gesouffleerd)

Vertaal Matrix voor vorwärtstreiben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voortstuwen Anfeuern; Anspornen; Antreiben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
influisteren anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
ingeven anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten anordnen; anregen; ausmachen; begeistern; bestimmen; diktieren; einflößen; einflüstern; eingeben; ermessen; geben; inspirieren; jemandem etwas verabreichen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; verabreichen; veranschlagen; verordnen; vorschlagen; vorschreiben; zuraten; überschlagen
souffleren anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
stuwen antreiben; drängen; forttreiben; vor sich hertreiben; vorwärtstreiben aufstauen; stauen
voortstuwen antreiben; drängen; forttreiben; vor sich hertreiben; vorwärtstreiben aufstauen; stauen
vooruitduwen antreiben; drängen; forttreiben; vor sich hertreiben; vorwärtstreiben vor sich hertreiben; vorwärts treiben