Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zitieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zitieren (Duits) in het Nederlands

zitieren:

zitieren werkwoord (zitiere, zitierst, zitiert, zitierte, zitiertet, zitiert)

  1. zitieren (herbefehlen)
    citeren; aanhalen
    • citeren werkwoord (citeer, citeert, citeerde, citeerden, geciteerd)
    • aanhalen werkwoord (haal aan, haalt aan, haalde aan, haalden aan, aangehaald)

Conjugations for zitieren:

Präsens
  1. zitiere
  2. zitierst
  3. zitiert
  4. zitieren
  5. zitiert
  6. zitieren
Imperfekt
  1. zitierte
  2. zitiertest
  3. zitierte
  4. zitierten
  5. zitiertet
  6. zitierten
Perfekt
  1. habe zitiert
  2. hast zitiert
  3. hat zitiert
  4. haben zitiert
  5. habt zitiert
  6. haben zitiert
1. Konjunktiv [1]
  1. zitiere
  2. zitierest
  3. zitiere
  4. zitieren
  5. zitieret
  6. zitieren
2. Konjunktiv
  1. zitierte
  2. zitiertest
  3. zitierte
  4. zitierten
  5. zitiertet
  6. zitierten
Futur 1
  1. werde zitieren
  2. wirst zitieren
  3. wird zitieren
  4. werden zitieren
  5. werdet zitieren
  6. werden zitieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zitieren
  2. würdest zitieren
  3. würde zitieren
  4. würden zitieren
  5. würdet zitieren
  6. würden zitieren
Diverses
  1. zitier!
  2. zitiert!
  3. zitieren Sie!
  4. zitiert
  5. zitierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zitieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhalen Kitzel; Liebkosung; Reiz; Streicheleinheit; Streicheln; Umarmung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhalen herbefehlen; zitieren verschärfen
citeren herbefehlen; zitieren

Synoniemen voor "zitieren":


Wiktionary: zitieren

zitieren
verb
  1. eigen of andermans woorden citeren
  2. letterlijk aanhalen wat iemand anders over een onderwerp gezegd of geschreven heeft

Cross Translation:
FromToVia
zitieren aanhalen; citeren quote — to refer to a statement that has been made by someone else
zitieren toewijzen; voor het gerecht dagen adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère.
zitieren toewijzen; voor het gerecht dagen alloueraccorder quelque chose à quelqu'un.
zitieren toewijzen; voor het gerecht dagen assignerdéterminer, faire connaître.
zitieren citeren; noemen citer — juri|fr assigner à comparaître devant une juridiction civile ou religieux.