Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Essenz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Essenz- (Duits) in het Nederlands

Essenz:

Essenz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Essenz (Kern; Zentrum; Wesen)
    de essentie; het midden; de kern
    • essentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • midden [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kern [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Essenz
    kern van de zaak
  3. die Essenz (Wesenheit; Wirklichkeit)
    de wezenlijkheid

Vertaal Matrix voor Essenz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
essentie Essenz; Kern; Wesen; Zentrum
kern Essenz; Kern; Wesen; Zentrum Innere; Innerste; Kern; Mitte; Mittelpunkt; Zentrum
kern van de zaak Essenz
midden Essenz; Kern; Wesen; Zentrum Innere; Kern; Mitte; Mittelpunkt; Zentrum
wezenlijkheid Essenz; Wesenheit; Wirklichkeit

Synoniemen voor "Essenz":



Wiktionary: Essenz-


Cross Translation:
FromToVia
Essenz- essentieel; intrinsiek; vitaal; wezenlijk essentiel — Qui appartenir à l’essence, qui est de l’essence.

Verwante vertalingen van Essenz-