Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Halbzeit

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Halbzeit

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Halbzeit:
- Wiktionary:
  Halbzeit → rust
- Synoniemen voor "Halbzeit":
  Durchgang

Duits

Uitgebreide vertaling voor Halbzeit (Duits) in het Nederlands

Halbzeit: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

halb: half
Zeit: tijd

Spelling Suggesties voor: Halbzeit

Halbheit; Haftzeit; halbiert; Haarbreit; Halbgott; halbfett; Halbsamt; Hochzeit; half mit; halbtot

Halbzeit:

Synoniemen voor "Halbzeit":

Durchgang

Wiktionary: Halbzeit

Halbzeit

noun

pauze in een wedstrijd
- rust → Halbzeit; Halbzeitpause

Computer vertaling door derden:

Nederlands

Suggesties voor Halbzeit in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: Halbzeit

halen uit

Computer vertaling door derden: