Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Mannigfaltigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mannigfaltigkeit (Duits) in het Nederlands

Mannigfaltigkeit:

Mannigfaltigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Mannigfaltigkeit (Vielzahl)
    de veelheid; de talrijkheid
  2. die Mannigfaltigkeit (Reichlichkeit; Fülle; Üppigkeit; Verschiedenartigkeit; Stattlichkeit)
    rijkelijkheid; de overvloedigheid

Vertaal Matrix voor Mannigfaltigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overvloedigheid Fülle; Mannigfaltigkeit; Reichlichkeit; Stattlichkeit; Verschiedenartigkeit; Üppigkeit
rijkelijkheid Fülle; Mannigfaltigkeit; Reichlichkeit; Stattlichkeit; Verschiedenartigkeit; Üppigkeit
talrijkheid Mannigfaltigkeit; Vielzahl
veelheid Mannigfaltigkeit; Vielzahl

Synoniemen voor "Mannigfaltigkeit":


Wiktionary: Mannigfaltigkeit

Mannigfaltigkeit
noun
  1. Mathematik: ein mathematisches Objekt, zur Formalisierung des Begriffs einer „Fläche“ in beliebigen Raumdimensionen

Cross Translation:
FromToVia
Mannigfaltigkeit verscheidenheid diversity — quality of being diverse; difference
Mannigfaltigkeit variëteit manifold — topological space
Mannigfaltigkeit variété; ongelijkheid; diversiteit; verscheidenheid; verschot variété — État de ce qui varié, diversité.