Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Wissenschaft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wissenschaft (Duits) in het Nederlands

Wissenschaft:

Wissenschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Wissenschaft (Wissen; Fachwissen)
    de wetenschap; weten
    • wetenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • weten [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. die Wissenschaft (Wissen; Kenntnis; Sachverstand; Gelehrtheit)
    weten; de kennis
    • weten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kennis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wissenschaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kennis Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen; Wissenschaft Bekannte; Bekannter; Bekanntschaft
weten Fachwissen; Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen; Wissenschaft
wetenschap Fachwissen; Wissen; Wissenschaft
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weten kennen; wissen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kennis Wissen

Synoniemen voor "Wissenschaft":


Wiktionary: Wissenschaft

Wissenschaft
noun
  1. Disziplin und Bereich systematischen, theoriebegründenden/theoriebegründeten Wissens

Cross Translation:
FromToVia
Wissenschaft -leer; -logie; -kunde -logy — branch of learning
Wissenschaft wetenschap science — collective discipline of learning acquired through the scientific method
Wissenschaft wetenschap science — particular discipline or branch of learning
Wissenschaft kenvermogen; kennis; kunde; medeweten; verstand; weten; wetenschap; kennen; besef; bewustzijn; bezinning; bekendheid; bekende; relatie connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
Wissenschaft wetenschap sciencesavoir, connaissance de certaines choses qui servir à la conduite de la vie ou à celle des affaires.