Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: ein wenig

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: ein wenig

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

wenig:
- weinig; luttel
- weinig
Wenig:
- beetje; kleinigheid
ein wenig:
Wiktionary:
- ein wenig → beetje, lichtelijk
- wenig → weinig, klein, een beetje
- Wenig → hapje, beetje

Duits

Uitgebreide vertaling voor ein wenig (Duits) in het Nederlands

wenig:

wenig bijvoeglijk naamwoord

wenig (einige; sparsam; spärlich; ärmlich; karg; mager; kärglich; armselig; dürftig)
weinig; luttel
- weinig bijvoeglijk naamwoord
- luttel bijvoeglijk naamwoord

wenig

wenig (ein wenig)
weinig
- weinig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor wenig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
luttel	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	gering; geringfügig; klein; minimal
weinig	armselig; dürftig; ein wenig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	gering; geringfügig; klein; minimal

Synoniemen voor "wenig":

dünn; gering; kaum; klein; marginal; mickerig; mickrig; unbedeutend; winzig; Abstufung; Grad; Maß
bisschen; bissel; bisserl; ein klein bisschen; ein kleines bisschen; ein Schuss; ein Spritzer; ein wenig; eine Prise; einen Tacken; einen Tick; etwas
kümmerlich; schwach

Wiktionary: wenig

wenig

in een kleine hoeveelheid, niet veel
- weinig → wenig

Cross Translation:

From	To	Via
• wenig	→ weinig	↔ few — indefinite, usually small number
• wenig	→ klein	↔ little — small in size
• wenig	→ weinig	↔ little — not much
• wenig	→ weinig; een beetje	↔ little — small amount

Wenig:

Wenig [das ~] zelfstandig naamwoord

Wenig (Bißchen)
het beetje; de kleinigheid
- beetje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kleinigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wenig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beetje	Bißchen; Wenig	Bißchen
kleinigheid	Bißchen; Wenig	Bagatelle; Detail; Ding; Dingelchen; Einzelheit; Firlefanz; Kleinigkeit; Klimbim; Lappalie; Nebensache; Nippsache; Schnicksnack; kleines Geschenk
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beetje		ein bißchen

Wiktionary: Wenig

Cross Translation:

From	To	Via
• Wenig	→ hapje; beetje	↔ bit — small amount of something

ein wenig:

ein wenig

ein wenig (wenig)
weinig
- weinig bijvoeglijk naamwoord

ein wenig bijvoeglijk naamwoord

ein wenig (einigermaßen)
lichtelijk
- lichtelijk bijwoord
ein wenig
even weinig
- even weinig bijvoeglijk naamwoord

ein wenig [der ~] zelfstandig naamwoord

der ein wenig (Schuß)
scheutjes
- scheutjes [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ein wenig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
scheutjes	Schuß; ein wenig
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weinig	ein wenig; wenig	armselig; dürftig; einige; gering; geringfügig; karg; klein; kärglich; mager; minimal; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lichtelijk	ein wenig; einigermaßen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
even weinig	ein wenig

Synoniemen voor "ein wenig":

bisschen; bissel; bisserl; wenig; ein klein bisschen; ein kleines bisschen; ein Schuss; ein Spritzer; eine Prise; einen Tacken; einen Tick; etwas; Abstufung; Grad; Maß
kleine Menge; klitzekleines bisschen

Wiktionary: ein wenig

Cross Translation:

From	To	Via
• ein wenig	→ beetje	↔ a little — to a small extent or degree
• ein wenig	→ lichtelijk	↔ slightly — to a small extent or degree

Verwante vertalingen van ein wenig

wenig
Wenig