Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor federnd (Duits) in het Nederlands

federnd:

federnd bijvoeglijk naamwoord

  1. federnd (elastisch)
    verend
    • verend bijvoeglijk naamwoord
  2. federnd (dehnbar; elastisch; spannkräftig)
    veerkrachtig; rekbaar; elastisch
  3. federnd (spannkräftig; dehnbar; gelenkig; elastisch; gummiartig)
    krachtig; energiek; vol energie
  4. federnd
    zwiepend

Vertaal Matrix voor federnd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elastisch dehnbar; elastisch; federnd; spannkräftig
energiek dehnbar; elastisch; federnd; gelenkig; gummiartig; spannkräftig aktiv; aufgeweckt; beweglich; eifrig; energisch; forsch; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebhaft; munter; quick; schlagfertig; tatkräftig; zugreifend
krachtig dehnbar; elastisch; federnd; gelenkig; gummiartig; spannkräftig drastisch; durchgreifend; effektiv; effizient; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; fest; feurig; forsch; gereizt; gewaltsam; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; kraftvoll; kräftig; mit Nachdruck; mit einer kräftigen Auswirkung; nachdrücklich; schlimm; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig; zweckmäßig
rekbaar dehnbar; elastisch; federnd; spannkräftig
veerkrachtig dehnbar; elastisch; federnd; spannkräftig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verend elastisch; federnd
vol energie dehnbar; elastisch; federnd; gelenkig; gummiartig; spannkräftig
zwiepend federnd

Wiktionary: federnd


Cross Translation:
FromToVia
federnd veerkrachtig; flexibel resilient — able to weather tribulation without cracking
federnd soepel; buigzaam; lenig; buigbaar; smijdig; elastisch; rekbaar; veerkrachtig souple — Qui est flexible, qui se plier aisément sans se rompre, sans s’abîmer.

federn:

federn werkwoord (federe, federst, federt, federte, federtet, gefedert)

  1. federn
    veren; opveren
    • veren werkwoord (veer, veert, veerde, veerden, geveerd)
    • opveren werkwoord (veer op, veert op, veerde op, veerden op, opgeveerd)
  2. federn (schwingen)
    zwiepen
    • zwiepen werkwoord (zwiep, zwiept, zwiepte, zwiepten, gezwiept)

Conjugations for federn:

Präsens
  1. federe
  2. federst
  3. federt
  4. federen
  5. federt
  6. federen
Imperfekt
  1. federte
  2. federtest
  3. federte
  4. federten
  5. federtet
  6. federten
Perfekt
  1. habe gefedert
  2. hast gefedert
  3. hat gefedert
  4. haben gefedert
  5. habt gefedert
  6. haben gefedert
1. Konjunktiv [1]
  1. federe
  2. federest
  3. federe
  4. federen
  5. federet
  6. federen
2. Konjunktiv
  1. federte
  2. federtest
  3. federte
  4. federten
  5. federtet
  6. federten
Futur 1
  1. werde federn
  2. wirst federn
  3. wird federn
  4. werden federn
  5. werdet federn
  6. werden federn
1. Konjunktiv [2]
  1. würde federn
  2. würdest federn
  3. würde federn
  4. würden federn
  5. würdet federn
  6. würden federn
Diverses
  1. federe!
  2. federt!
  3. federen Sie!
  4. gefedert
  5. federnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor federn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
veren Gefieder
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opveren federn aufschnellen; hochschnellen
veren federn
zwiepen federn; schwingen

Synoniemen voor "federn":

  • mausern