Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: hauchen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: hauchen

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

hauchen:
- Wiktionary:
  hauchen → ademen
- Synoniemen voor "hauchen":
  flüstern; leise sprechen; raunen; säuseln; tuscheln; wispern; unterhalten; labern; mitteilen; nennen; plappern; quasseln; reden; räsonieren; sagen; schwätzen; sprechen; texten
  atmen; Luft bekommen; Luft holen; Luft kriegen

Duits

Uitgebreide vertaling voor hauchen (Duits) in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: hauchen

rauchen; tauchen; hausen; hauen; hauchfein; horchen; hausten; hacken; hasten; hassen

hauchen:

Synoniemen voor "hauchen":

flüstern; leise sprechen; raunen; säuseln; tuscheln; wispern; unterhalten; labern; mitteilen; nennen; plappern; quasseln; reden; räsonieren; sagen; schwätzen; sprechen; texten
atmen; Luft bekommen; Luft holen; Luft kriegen

Wiktionary: hauchen

Cross Translation:

From	To	Via
• hauchen	→ ademen	↔ breathe — to whisper

Computer vertaling door derden:

Nederlands

Suggesties voor hauchen in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: hauchen

hauwen; happen; hapten; hardden; haren; harden; haperen; hangen; hammen; haaien

Computer vertaling door derden: