Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transparent:
  2. Transparent:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor transparent (Duits) in het Nederlands

transparent:

transparent bijvoeglijk naamwoord

  1. transparent (durchsichtig; durchscheinend; gläsern; )
    transparant; doorschijnend; doorzichtig
  2. transparent
    transparant

Vertaal Matrix voor transparent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparant Transparent
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorschijnend durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
doorzichtig durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
transparant durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent

Synoniemen voor "transparent":


Wiktionary: transparent

transparent
adjective
  1. lichtdoorlatend

Cross Translation:
FromToVia
transparent doorzichtig transparent — see-through, clear
transparent doorschijnend translucide — physique|fr Qualifie un corps qui laisser passer une lumière diffuse, sans permettre de distinguer les objets à travers.
transparent doorzichtig transparent — Qui est diaphane, au travers de quoi l’on peut voir les objets.

Transparent:

Transparent [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Transparent
    het transparant; doorschijnend vel
  2. Transparent (Spruchband)
    de spandoek
    • spandoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Transparent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorschijnend vel Transparent
spandoek Spruchband; Transparent
transparant Transparent
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparant durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
spandoek Banner

Synoniemen voor "Transparent":