Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vorwegnehmen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vorwegnehmen (Duits) in het Nederlands

vorwegnehmen:

vorwegnehmen werkwoord

  1. vorwegnehmen (antizipieren)
    anticiperen; vooruitlopen op; vooruitkijken
    • anticiperen werkwoord (anticipeer, anticipeert, anticipeerde, anticipeerden, geanticipeerd)
    • vooruitlopen op werkwoord
    • vooruitkijken werkwoord (kijk vooruit, kijkt vooruit, keek vooruit, keken vooruit, vooruit gekeken)

Vertaal Matrix voor vorwegnehmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anticiperen Antizipieren
vooruitlopen op Antizipieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anticiperen antizipieren; vorwegnehmen
vooruitkijken antizipieren; vorwegnehmen
vooruitlopen op antizipieren; vorwegnehmen

Synoniemen voor "vorwegnehmen":


Wiktionary: vorwegnehmen


Cross Translation:
FromToVia
vorwegnehmen anticiperen; prejudiciëren; vooruitlopen; vooruitlopen op anticiperdevancer.

Computer vertaling door derden: