Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. total:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. total:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor total (Duits) in het Zweeds

total:

total bijvoeglijk naamwoord

  1. total (gründlich; absolut; völlig; )
    grundligt; noggrann; noggrant
  2. total (gänzlich; komplett; ganz; )
    allt
    • allt bijvoeglijk naamwoord
  3. total (gänzlich; ganz; völlig)
    hel
    • hel bijvoeglijk naamwoord
  4. total (intakt; ganz; heil; )
    helt; intaktt; oskadat; hel; intakt
    • helt bijvoeglijk naamwoord
    • intaktt bijvoeglijk naamwoord
    • oskadat bijvoeglijk naamwoord
    • hel bijvoeglijk naamwoord
    • intakt bijvoeglijk naamwoord
  5. total (vollzeitig; vollständig; ganz; )
    heltid
    • heltid bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor total:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noggrann Akkuratesse; Genauigkeit; Gewissenhaftigkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allt alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; vollzählig; völlig alle; einjeder; jede; jeder; jedes
grundligt absolut; gründlich; komplett; total; vollkommen; vortrefflich; völlig eingehend; einschneidend; gründlich; sorgfältig; sorgsam
hel fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig; völlig einwandfrei; ganz; klasse; makellos; spitze; tadellos; völlig
helt fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig einwandfrei; ganz; ganze; klasse; makellos; spitze; tadellos; völlig; völlige
heltid ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; vollzeitig; vollzählig; völlig
intakt fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig intakt; unbeschädigt
intaktt fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig
noggrann absolut; gründlich; komplett; total; vollkommen; vortrefflich; völlig akkurat; eigen; eingehend; genau; gewissenhaft; konzentriert; peinlilch genau; pünktlich; sicher; sorgfältig; ängstlich
noggrant absolut; gründlich; komplett; total; vollkommen; vortrefflich; völlig eng; mit großer Genauigkeit; schmal
oskadat fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig einwandfrei; intakt; klasse; makellos; spitze; tadellos; unbeschädigt

Synoniemen voor "total":


Wiktionary: total

total
adjective
  1. völlig, vollständig

Cross Translation:
FromToVia
total fullständigt; helt all — intensifier
total totalt; helt och hållet; helt flat — completely
total hel; full entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.

Verwante vertalingen van total



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor total (Zweeds) in het Duits

total:

total bijvoeglijk naamwoord

  1. total (fullkomligt; fullkomlig; fullständigt; totalt)
    leibhaftig

Vertaal Matrix voor total:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leibhaftig fullkomlig; fullkomligt; fullständigt; total; totalt dum; dumt; fånigt; meningslös; meningslöst

Synoniemen voor "total":


Wiktionary: total

total
adjective
  1. in vollem Umfang
  2. Jugendsprache: sehr, in besonderer Weise
  3. ohne Vorbehalte, ohne jede Einschränkung
  4. völlig, vollständig

Verwante vertalingen van total