Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: buhlen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: buhlen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

buhlen:
- Wiktionary:
  buhlen → kela, smeka, fika efter
- Synoniemen voor "buhlen":
  einsetzen; engagieren; stark machen; agitieren; Partei ergreifen; propagieren; werben

Duits

Uitgebreide vertaling voor buhlen (Duits) in het Zweeds

buhlen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

buh: buh
ölen: olja; åka iväg; resa iväg; smörja; infetta; inolja; besmörja

Spelling Suggesties voor: buhlen

ballen; buchten; bohren; bumsen; buchen; bellen; biegen; bilden; bieten; binden

buhlen:

Synoniemen voor "buhlen":

einsetzen; engagieren; stark machen; agitieren; Partei ergreifen; propagieren; werben

Wiktionary: buhlen

buhlen

verb

veraltet: mit jemandem Zärtlichkeiten austauschen
- buhlen → kela; smeka
abwertend: sich um etwas liebedienerisch, unterwürfig bewerben
- buhlen → fika efter

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Suggesties voor buhlen in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: buhlen

bunden; buren; buken; bliven; brusten; bjuden; brunnen; botten; borgen; bakben

Computer vertaling door derden: