Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: schweigen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: schweigen

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schweigen:
  2. Schweigen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor schweigen (Duits) in het Zweeds

schweigen:

schweigen werkwoord (schweige, schweigst, schweigt, schwieg, schwieget, geschwiegen)

  1. schweigen (seinen Mund halten; maulhalten; still sein)
    vara tyst; hålla käften; hålla mun
    • vara tyst werkwoord (är tyst, var tyst, varit tyst)
    • hålla käften werkwoord (håller käften, höll käften, hållit käften)
    • hålla mun werkwoord (håller mun, höll mun, hållit mun)
  2. schweigen (verstummen; stillwerden)
    tystna; bli tyst; förstummas
    • tystna werkwoord (tystnar, tystnade, tystnat)
    • bli tyst werkwoord (blir tyst, blev tyst, blivit tyst)
    • förstummas werkwoord (förstummas, förstummades, förstummats)

Conjugations for schweigen:

Präsens
  1. schweige
  2. schweigst
  3. schweigt
  4. schweigen
  5. schweigt
  6. schweigen
Imperfekt
  1. schwieg
  2. schwiegest
  3. schwieg
  4. schwiegen
  5. schwieget
  6. schwiegen
Perfekt
  1. habe geschwiegen
  2. hast geschwiegen
  3. hat geschwiegen
  4. haben geschwiegen
  5. habt geschwiegen
  6. haben geschwiegen
1. Konjunktiv [1]
  1. schweige
  2. schweigest
  3. schweige
  4. schweigen
  5. schweiget
  6. schweigen
2. Konjunktiv
  1. schwiege
  2. schwiegest
  3. schwiege
  4. schwiegen
  5. schwiegen
  6. schwiegen
Futur 1
  1. werde schweigen
  2. wirst schweigen
  3. wird schweigen
  4. werden schweigen
  5. werdet schweigen
  6. werden schweigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schweigen
  2. würdest schweigen
  3. würde schweigen
  4. würden schweigen
  5. würdet schweigen
  6. würden schweigen
Diverses
  1. schweig!
  2. schweigt!
  3. schweigen Sie!
  5. geschwiegen
  6. schweigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schweigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli tyst schweigen; stillwerden; verstummen
förstummas schweigen; stillwerden; verstummen
hålla käften maulhalten; schweigen; seinen Mund halten; still sein
hålla mun maulhalten; schweigen; seinen Mund halten; still sein
tystna schweigen; stillwerden; verstummen still fallen
vara tyst maulhalten; schweigen; seinen Mund halten; still sein

Synoniemen voor "schweigen":


Wiktionary: schweigen

schweigen
  1. (intransitiv) still sein oder nicht reden
    • schweigen → tiga
  2. (intransitiv) ein Geheimnis bewahren
    • schweigen → tiga
Cross Translation:
FromToVia
• schweigen → hålla tyst; tiga ↔ keep quiet — remain silent
• schweigen → tyst ↔ silent — free from sound or noise; absolutely still; perfectly quiet

Schweigen:

Schweigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schweigen (Stillschweigen)
    tystnad
    • tystnad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schweigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tystnad Schweigen; Stillschweigen Frieden; Friedlichkeit; Gelassenheit; Kalme; Ruhe; Schweigsamkeit; Stille; Stillschweigen; Unerschütterlichkeit; Verschlossenheit; Verschwiegenheit; Zurückhaltung

Synoniemen voor "Schweigen":


Wiktionary: Schweigen

Cross Translation:
FromToVia
• Schweigen → tystnad ↔ silence — lack of any sound

Verwante vertalingen van schweigen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0568 seconde
Page rendered in 1.0 seconds