Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Knecht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knecht (Duits) in het Zweeds

Knecht:

Knecht [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knecht (Diener; Bediente; Stallknecht)
    tjänare; betjänt; hembiträde; gårdskarl
  2. der Knecht (Aushilfe; Hilfe; Bauernknecht; Stallknecht)
    hjälp; medhjälpare; assistent
  3. der Knecht (Kammerdiener; Hausdiener; Geselle; )
    betjänt; lackej; uppassare; kammartjänare

Vertaal Matrix voor Knecht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assistent Aushilfe; Bauernknecht; Hilfe; Knecht; Stallknecht Adjunkt; Assistent; Assistentin; Aushilfe; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Helfer; Hilfe; Mitarbeiter; Sekundant
betjänt Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Bediente; Diener; Dienstbote; Dienstmädchen
gårdskarl Bediente; Diener; Knecht; Stallknecht
hembiträde Bediente; Diener; Knecht; Stallknecht Dienerinnen; Dienstbotinnen; Dienstmädchen; Hausdiener; Mägde
hjälp Aushilfe; Bauernknecht; Hilfe; Knecht; Stallknecht Assistenz; Bedürftigkeit; Beihilfe; Beistand; Dienst; Dienstleistung; Familienfürsorge; Familienhilfe; Fürsorge; Halt; Handreichung; Hilfe; Hilfeleistung; Hilfsbedürftigkeit; Kundendienst; Mithilfe; Onlinehilfe; Service; Sozialhilfe; Sozialhilferegelung; Stütze; Unterstützung
kammartjänare Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
lackej Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
medhjälpare Aushilfe; Bauernknecht; Hilfe; Knecht; Stallknecht Assistent; Aushilfe; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Handlanger; Helfer; Hilfe; Mitarbeiter; Sekundant; Zuträger; mitverantwortliche Person; mitverantwortlicher Mensch
tjänare Bediente; Diener; Knecht; Stallknecht Aufseher; Bediente; Diener; Dienerin; Dienerinnen; Dienstbote; Dienstbotinnen; Dienstmädchen; Haushaltshilfe; Hilfe im Haushalt; Untertanen; Wärter
uppassare Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Dienerin; Dienstmädchen; Gutsverwalter; Schekwirt; Vermögensverwalter; Verwalter; Wirt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hjälp Stimulans
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assistent stellvertretend
hjälp hilfe

Synoniemen voor "Knecht":

  • Büttel; Diener; Knappe; Lakai; Subalterner; Befehlsempfänger; Untergebener; Untergeordneter; Untertan

Wiktionary: Knecht

Knecht
noun
  1. veraltend: Diener, Untergebener
  2. veraltend: Mann, der auf einem Bauernhof niedere Arbeiten verrichtet
  3. gehoben: unfreier, abhängiger Mann

Cross Translation:
FromToVia
Knecht dräng knave — archaic: any male servant

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Knecht