Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor reif (Duits) in het Zweeds
reif:
-
reif (ausgetragen)
färdigutvecklad; färdigutvecklat; moget; vuxet; vuxen-
färdigutvecklad bijvoeglijk naamwoord
-
färdigutvecklat bijvoeglijk naamwoord
-
moget bijvoeglijk naamwoord
-
vuxet bijvoeglijk naamwoord
-
vuxen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor reif:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vuxen | Erwachsene; Erwachsener; M; Volljährige | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
färdigutvecklad | ausgetragen; reif | |
färdigutvecklat | ausgetragen; reif | |
moget | ausgetragen; reif | abgelagert |
vuxen | ausgetragen; reif | mündig; pubertär |
vuxet | ausgetragen; reif | ausgewachsen; entwickelt; erwachsen; heiratsfähig |
Synoniemen voor "reif":
Wiktionary: reif
Reif:
-
der Reif
-
der Reif (Rauhreif)
Vertaal Matrix voor Reif:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frost | Rauhreif; Reif | Frostwetter |
rev | Reif | Reffen |
rimfrost | Rauhreif; Reif |