Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ausschaltung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausschaltung (Duits) in het Zweeds

Ausschaltung:

Ausschaltung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausschaltung (Liquidierung; Erledigung)
    liqvidering
  2. die Ausschaltung
    eliminering

Vertaal Matrix voor Ausschaltung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eliminering Ausschaltung
liqvidering Ausschaltung; Erledigung; Liquidierung

Synoniemen voor "Ausschaltung":


Wiktionary: Ausschaltung

Ausschaltung
  1. euphemistisch: Ermordung, Eliminierung
  2. Elektrotechnik: eine Schaltung, die die Aufgabe hat eine Anlage auszuschalten
  3. Stilllegung, Abstellung von Funktionen