Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Praktik:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. praktik:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Praktik (Duits) in het Zweeds

Praktik:


Synoniemen voor "Praktik":


Wiktionary: Praktik


Cross Translation:
FromToVia
Praktik praktik pratique — (term, Art ou science) application, usage des règles et des principes, par opposition à théorie, qui en est la connaissance raisonner.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Praktik (Zweeds) in het Duits

praktik:

praktik [-en] zelfstandig naamwoord

  1. praktik (rutin; erfarenhet; kunskap)
    die Erfahrung; die Praxis; die Geübtheit; die Routine
  2. praktik

Vertaal Matrix voor praktik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erfahrung erfarenhet; kunskap; praktik; rutin cirkel; erfarenhet; kurs; riktning; rön; upplevelse
Geübtheit erfarenhet; kunskap; praktik; rutin
Praxis erfarenhet; kunskap; praktik; rutin läkarpraktik; praktik erfarenhet; praktiserande
Routine erfarenhet; kunskap; praktik; rutin kurs; riktning; rutin
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Berufspraktikum praktik

Synoniemen voor "praktik":


Wiktionary: praktik

praktik
noun
  1. Geschäftsräume eines Arztes oder Juristen
  2. Tätigkeit (von sogenannten Praktikanten) in Betrieben außerhalb der Ausbildung, um Einblicke in die Berufswelt zu gewinnen

Cross Translation:
FromToVia
praktik Übung; Üben practice — repetition of an activity to improve skill
praktik Praktik; Praxis pratique — (term, Art ou science) application, usage des règles et des principes, par opposition à théorie, qui en est la connaissance raisonner.

Verwante vertalingen van Praktik