Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spannweite:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spannweite (Duits) in het Zweeds

Spannweite:

Spannweite [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spannweite (Spannbreite)
    spännvidd
  2. die Spannweite (Flügelweite; Flugweite; Flugspannung)
    vingbredd; vingspann
  3. die Spannweite
    spann; vidd
    • spann [-ett] zelfstandig naamwoord
    • vidd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spannweite:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spann Spannweite Eimer; Schöpfeimer
spännvidd Spannbreite; Spannweite
vidd Spannweite Aufgeblasenheit; Breite; Geschwollenheit; Großzügigkeit; Lockerheit
vingbredd Flugspannung; Flugweite; Flügelweite; Spannweite
vingspann Flugspannung; Flugweite; Flügelweite; Spannweite

Synoniemen voor "Spannweite":


Wiktionary: Spannweite

Spannweite
noun
  1. Entfernung zwischen den Spitzen der Flügel eines Vogels, Insekts oder Flugzeugs
  2. bildlich: Entfernung zwischen etwas im übertragenen Sinne
  3. Entfernung, die bei einer Brücke, einem Bogen etc. überspannt wird