Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Überlegenheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Überlegenheit (Duits) in het Zweeds

Überlegenheit:

Überlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Überlegenheit (höhere Gewalt; Übermacht; Majorität; )
    övermakt

Vertaal Matrix voor Überlegenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
övermakt Majorität; Mehrheit; Souveränität; Superiorität; Vorherrschaft; höhere Gewalt; Überlegenheit; Übermacht; Überzahl

Synoniemen voor "Überlegenheit":


Wiktionary: Überlegenheit


Cross Translation:
FromToVia
Überlegenheit överlägsenhet superiority — the state of being superior