Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Matrix:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. matrix:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Matrix (Duits) in het Zweeds

Matrix:

Matrix [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Matrix (Giessform)
    gjutform; matrix
  2. die Matrix

Matrix

  1. Matrix

Vertaal Matrix voor Matrix:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gjutform Giessform; Matrix Abdruck; Abguß; Aufguß; Druckform; Gießform; Guß; Gußform
matrix Giessform; Matrix Druckform; Gießform; Gußform
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matris Matrix
matris Matrix Array

Synoniemen voor "Matrix":


Wiktionary: Matrix

Matrix
noun
  1. Informatik: ein n-dimensionales Feld
  2. analytisch Chemie: die Summe der Hauptbestandteile eines Stoffes (Plural: Matrices)
  3. Mathematik, Plural 1: eine zweidimensionale Anordnung von Zahlenwerten
  4. ein Muster aus Punkten, welche in Zeilen und Spalten angeordnet sind

Cross Translation:
FromToVia
Matrix matris matrix — In mathematics
Matrix matris matrix — Two-dimensional array
Matrix matris matrice — Objet mathématique.

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Matrix (Zweeds) in het Duits

matrix:

matrix zelfstandig naamwoord

  1. matrix (form; gjutform)
    die Gießform; die Gußform
  2. matrix (gjutform)
    die Druckform
  3. matrix (gjutform)
    die Matrix; die Giessform
    • Matrix [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Giessform [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor matrix:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Druckform gjutform; matrix
Giessform gjutform; matrix
Gießform form; gjutform; matrix formbräde; gjutform; schablon; stencil
Gußform form; gjutform; matrix formbräde; gjutform; schablon; stencil; stöpform
Matrix gjutform; matrix matris
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matrix Matris

Computer vertaling door derden: