Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. expressiv:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. expressiv:


Duits

Uitgebreide vertaling voor expressiv (Duits) in het Zweeds

expressiv:

expressiv bijvoeglijk naamwoord

  1. expressiv (sprechend; ausdrucksvoll)
    uttrycksfull; talandet; uttrycksfullt; betecknande; betecknandet

Vertaal Matrix voor expressiv:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betecknande ausdrucksvoll; expressiv; sprechend bezeichnend; kennzeichnend; typisch
betecknandet ausdrucksvoll; expressiv; sprechend bezeichnend; kennzeichnend; typisch
talandet ausdrucksvoll; expressiv; sprechend
uttrycksfull ausdrucksvoll; expressiv; sprechend
uttrycksfullt ausdrucksvoll; expressiv; sprechend

Synoniemen voor "expressiv":


Wiktionary: expressiv

expressiv
adjective
  1. ausdrucksvoll



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor expressiv (Zweeds) in het Duits


Wiktionary: expressiv

expressiv
adjective
  1. ausdrucksvoll
  2. voller Ausdruck, etwas deutlich ausdrückend
  3. Starker Ausdruck, etwas stark ausdrückend