Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Blütezeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Blütezeit (Duits) in het Zweeds

Blütezeit:

Blütezeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Blütezeit (Blüte)
    blomstringstid; blomningstid
  2. die Blütezeit (Glanzzeit; Glanzperiode)
    glansdagar; glanstid
  3. die Blütezeit (goldenes Jahrhundert)

Vertaal Matrix voor Blütezeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blomningstid Blüte; Blütezeit
blomstringstid Blüte; Blütezeit
glansdagar Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
glanstid Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
gyllene århundrade Blütezeit; goldenes Jahrhundert

Synoniemen voor "Blütezeit":


Wiktionary: Blütezeit

Blütezeit
noun
  1. übertragen: die Zeit, in der ein bestimmtes kulturelles Konstrukt (ein handwerkliches, künstlerisches, politisches, wissenschaftliches etc. Konstrukt) besonders gut entwickelt ist
  2. Botanik: a) die Entwicklung einer einzelnen Blüte (Anthese), b) eines bestimmtes Pflanzenexemplares oder c) einer Pflanzenart in einem bestimmten Gebiet (Phänologie).

Computer vertaling door derden: