Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Brunch:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. brunch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brunch (Duits) in het Zweeds

Brunch:

Brunch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Brunch (Frühstuck und Mittagsessen; Essen)
    brunch; frukost-lunch; brunsch; frunsch

Vertaal Matrix voor Brunch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brunch Brunch; Essen; Frühstuck und Mittagsessen
brunsch Brunch; Essen; Frühstuck und Mittagsessen
frukost-lunch Brunch; Essen; Frühstuck und Mittagsessen
frunsch Brunch; Essen; Frühstuck und Mittagsessen

Wiktionary: Brunch


Cross Translation:
FromToVia
Brunch frunch; brunch brunch — a meal

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Brunch (Zweeds) in het Duits

brunch:

brunch [-en] zelfstandig naamwoord

  1. brunch (brunsch; frukost-lunch; frunsch)
    Brunch; Frühstuck und Mittagsessen; Essen

Vertaal Matrix voor brunch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brunch brunch; brunsch; frukost-lunch; frunsch
Essen brunch; brunsch; frukost-lunch; frunsch föda; förplägnad; kost; mat; måltid; näring
Frühstuck und Mittagsessen brunch; brunsch; frukost-lunch; frunsch

Wiktionary: brunch

brunch
noun
  1. reichhaltiges (zweites) Frühstück, das am späten Vormittag (zwischen 11 und 13 Uhr) bei besonderen Anlässen eingenommen wird und bei dem pikante kalte oder warme Speisen mit alkoholischen Getränken serviert werden

Cross Translation:
FromToVia
brunch Brunch brunch — a meal

Computer vertaling door derden: