Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Vogel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vögel (Duits) in het Zweeds

Vogel:

Vogel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Vogel
    fågel
    • fågel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Vogel (Kauz)
    kille; gubbe; grabb; gosse
    • kille [-en] zelfstandig naamwoord
    • gubbe [-en] zelfstandig naamwoord
    • grabb [-en] zelfstandig naamwoord
    • gosse [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Vogel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fågel Vogel Geflügel; Hühner
gosse Kauz; Vogel Bube; Bursche; Freundin; Geliebte; Genossin; Herzfreundin; Junker; Jüngling; Kerlchen; Knirps; Liebste; jungeMann
grabb Kauz; Vogel Bursche; Gör; Herr; Junker; Jüngling; Kerl; Kerlchen; Mann; Subjekt; Typ; jungeMann
gubbe Kauz; Vogel
kille Kauz; Vogel Bube; Bursche; Gör; Kerl; Kerlchen; Knirps; Mann; Typ

Synoniemen voor "Vogel":


Wiktionary: Vogel


Cross Translation:
FromToVia
Vogel fågel bird — animal
Vogel fågel fowl — bird
Vogel fågel vogel — een gewerveld dier (Aves) met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren
Vogel fågel oiseau — zoologie|nocat=1 Animal vertébré

Verwante vertalingen van Vögel