Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: auspowern

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: auspowern

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

auspowern:
- Wiktionary:
  auspowern → ta ut sig, utnyttja, utsuga, suga ut, exploatera
- Synoniemen voor "auspowern":
  aufbrauchen; aufwenden; erschöpfen; verausgaben; verbrauchen

Duits

Uitgebreide vertaling voor auspowern (Duits) in het Zweeds

auspowern:

Synoniemen voor "auspowern":

aufbrauchen; aufwenden; erschöpfen; verausgaben; verbrauchen

Wiktionary: auspowern

auspowern

verb

seine Kräfte aufbrauchen, sich verausgaben
- auspowern → ta ut sig
(umgangssprachlich) abwertend: jemanden vollständig ausbeuten
- auspowern → utnyttja; utsuga; suga ut; exploatera