Duits
Suggesties voor Radlader in het Duits
Spelling Suggesties voor: Radlader
- Searching for suggestions...
Wiktionary: Radlader
Radlader
noun
-
mit Schaufel ausgestatteter Bagger, der auf Rädern fährt
- Radlader → hjullastare
Computer vertaling door derden:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor Radlader (Zweeds) in het Duits
Radlader: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- rad: Reihe; Folge; Kette; Reihenfolge; Serie; Abfolge; Verkettung; Aneinanderreihung; Erkettung; Serien; Zyklus; Aufeinanderfolge; Stau; Zeile; Linie; Sätze; Schlange; Nachfolge; Leine; Reihen; Sequenz; Kolonne; Erbfolge; Stauung; Kahnfahrt; Stockung; Sukzession; Aneinanderreihungen
- läder: Leder; Schweinsleder
- läder-: ledern
- räd: Streifzug; Raubzug; Plünderung; Angriff; Einfall; Treiben; Ansturm; Razzia; Hatz; Invasion; Erstürmung; Hetzjagd; Treibjagd; Bestürmung; überraschend eingreifende Polizeistreife
- råd: Rat; Raten; Ratschlag; Beraten; Empfehlung; Mahnung; Tadel; Referenz; Verwarnung; Ermahnung; Zurechtweisung
- råda: schalten; herrschen; walten; die Oberhand haben; vorschlagen; vorbringen; vortragen; empfehlen; raten; beherrschen; überwiegen; vorherrschen; konsultieren; dominieren; einen Rat geben
Spelling Suggesties voor: Radlader
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: