Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Blütezeit

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Blütezeit

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Blütezeit:
- blomstringstid; blomningstid; glansdagar; glanstid; gyllene århundrade
Wiktionary:
- Blütezeit → blomstringstid, blomningstid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Blütezeit (Duits) in het Zweeds

Blütezeit:

Blütezeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Blütezeit (Blüte)
blomstringstid; blomningstid
- blomstringstid zelfstandig naamwoord
- blomningstid zelfstandig naamwoord
die Blütezeit (Glanzzeit; Glanzperiode)
glansdagar; glanstid
- glansdagar zelfstandig naamwoord
- glanstid zelfstandig naamwoord
die Blütezeit (goldenes Jahrhundert)
gyllene århundrade
- gyllene århundrade zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Blütezeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blomningstid	Blüte; Blütezeit
blomstringstid	Blüte; Blütezeit
glansdagar	Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
glanstid	Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
gyllene århundrade	Blütezeit; goldenes Jahrhundert

Synoniemen voor "Blütezeit":

Blüte; Boom; Hausse; Hoch-Zeit; Hochkonjunktur; Hochphase; Hochzeit; obere Wendepunktphase; Epoche; Periode; Phase; Zeitabschnitt; Ära
Glanzzeit; Hochblüte

Wiktionary: Blütezeit

Blütezeit

noun

übertragen: die Zeit, in der ein bestimmtes kulturelles Konstrukt (ein handwerkliches, künstlerisches, politisches, wissenschaftliches etc. Konstrukt) besonders gut entwickelt ist
- Blütezeit → blomstringstid
Botanik: a) die Entwicklung einer einzelnen Blüte (Anthese), b) eines bestimmtes Pflanzenexemplares oder c) einer Pflanzenart in einem bestimmten Gebiet (Phänologie).
- Blütezeit → blomstringstid; blomningstid